zaterdag 27 juni 2015

De schuld: misdaad met een kafkaiaans sausje (Dhooge, Bavo)

Waar rook is, vuur is. Dat is wat veel mensen denken als we horen hoe de zoveelste politicus weer eens van iets beschuldigd wordt. Bavo Dhooge neemt deze stelling stevig op de korrel in een ironische roman die bij momenten doet denken aan Kafka’s meesterwerk Het proces. In tegenstelling tot het hoofdpersonage bij Kafka, is senator Karl-Franz Passendorfer maar al te goed op de hoogte van de misdaden die hem worden aangewreven. Zijn probleem is dat de beschuldigingen zich met de minuut vermenigvuldigen, belachelijker proporties aannemen. We zien net als in Amelie Nothombs roman Zwavelzuur hoe de machtsverhoudingen verschuiven, hoe zijn familie, schimmige advocaat, chauffeur en zelfs zijn zuster zich van hem afkeren totdat de senator alleen staat tegenover de rest van de wereld. En dit terwijl hij als enige van hen niets op zijn kerfstok lijkt te hebben…

De roman start met een bescheiden huwelijkscrisis: een bitsig gesprek over wie zijn haren ’s morgens heeft achtergelaten in de douche. Vervolgens loopt het al snel uit de hand: eerst op de school van zijn zoon, waar de lokale directeur Passendorfer van een aantal onwaarschijnlijke pekelzonden beschuldigt. En dan wordt hij ineens voor allerlei andere zaken aangeklaagd, van kleine feiten tot internationale rampen en zelfs misdaden die voor zijn geboorte hebben plaatsgevonden. Hij belandt in de gevangenis. Totdat Passendorfer, geestelijk gebroken, zichzelf uiteindelijk ziet als de uitverkoren zondebok voor al het onheil in de wereld en beslist schuld te bekennen voor al de misdaden die hij nooit begaan heeft.

Bavo Dhooge weet hoe hij snedige dialogen schrijft, gekruid met sprekende, satirische beelden die aangeven hoe het hoofdpersonage letterlijk en figuurlijk steeds meer klem komt te zitten. De ironie zit hem vaak in het kleine detail. Grappig is bijvoorbeeld de verwijzing naar de moord van Pistorius op zijn vriendin, die eveneens op het conto van Passendorfer komt.

De auteur wil met deze roman vermoedelijk de achteloze manier aanklagen waarop media sommige personen aan de schandpaal nagelen, totdat er een ander, interessanter typetje opduikt. Hoe makkelijk individuen het slachtoffer worden van groepshysterie in de huidige maatschappij, die met graagte mee surft op populair sentiment. Deze beeldende en trefzeker beschreven extrapolatie gunt de lezer met andere woorden een blik in een duistere spiegel van de menselijke ziel. In elk geval, missie meer dan geslaagd.


maandag 13 april 2015

Morten (Anna Levander)


Het boek Morten vormt het eerste deel van een trilogie. Het journalistenduo Annet de Jong (De Telegraaf) en Dominique van der Heyde (NOS/Nieuwsuur) laten, onder het pseudoniem Anna Levander, de lezer kennismaken met de onderbuik van de politieke wereld. In korte, flitsende zinnen introduceren ze Morten, een fictieve Nederlandse politicus van de Nieuwe Liberalen, die goed scoort met holle oneliners en mee surft op populaire thema’s als het anti-Europese sentiment. Uiteraard heeft hij ook een verborgen agenda: minister-president worden voor een langere periode, ook al moet hij daarvoor de huidige partijleider opzij schuiven, en het beslissingsrecht van het - in zijn ogen - domme volk inperken. Een narcist kortom die dankzij een naadloos aanvoelen van de kiezer en zijn sterke verbale vaardigheden, iedereen om zich heen manipuleert.

Twee verhaallijnen lopen aanvankelijk naast elkaar en geraken in de loop van het boek geleidelijk aan vervlochten. Allereerst maken we kennis met Mortens gezin, dat grotendeels van hem vervreemd is. Op de vooravond van de verkiezingen waarin hij een gooi wil doen naar het partijleiderschap, neemt hij een spindoctor, Evelien, onder de arm. Hun samenwerking zal de al fragiele relatie met zijn gezin helemaal op de helling zetten.

De tweede verhaallijn focust op redactrice Marijn, die in een uitgeverij een vergeten manuscript opdiept dat explosief kan blijken voor Mortens carrière. Het vertelt hoe Pierre, lid van de Nieuwe Liberalen, een groot tuinfeest organiseerde ter ere van Mortens winst in de lokale gemeenteraadsverkiezingen te Naarden vele jaren geleden. Tijdens dat feest kwam een man in mysterieuze omstandigheden om het leven. Zal dit spook uit het verleden twintig jaar later roet in het eten gooien van Mortens nationale verkiezing?

Op de achterflap van het boek wordt Morten weinig verrassend vergeleken met Borgen. Natuurlijk zijn de basisingrediënten dezelfde: Denk aan de prominente rol van de spindoctor en de politieke intriges waarbij iedereen zijn verborgen agenda heeft. Het grote verschil is dat het hoofdpersonage van Borgen heel genuanceerd in beeld wordt gebracht met haar grote en kleinere kantjes, en de innerlijke conflicten die elke beslissing met zich meebrengt. Dit maakt haar menselijk en laat de kijker toe zich in haar te verplaatsen en met haar te sympathiseren. Dan is cynicus pur sang Morten toch een stuk meer eendimensionaal. Nergens in het boek geeft hij blijk van enige vorm van gewetensonderzoek. Sommige plotwendingen zijn ook wat kort door de bocht, zoals de passage waarbij onervaren redactrice Marijn zichzelf met een doorzichtige smoes in de partij lult en vervolgens onmiddellijk betrokken wordt bij de gevoeligste partijbesprekingen en intiemste gezinsruzies. Morten is licht verteerbaar entertainment, dat zeker, maar de volgende twee delen van de trilogie zullen uitwijzen welke plaats het uiteindelijk zal innemen in de politieke literatuur.

zaterdag 26 juli 2014

boekbespreking van het puttertje van Donna Tartt: psychologie & suspense

De Nederlandse schilder Carel Fabritius schilderde het puttertje, een portret van een vastgeketende distelvink, in 1654. Hoofdpersonage Theo Deckers ontdekt het doek samen met zijn moeder in het Metropolitan museum in New York. Vlak daarop volgt een dodelijke bomaanslag waarin zij sterft. De rest van Theo’s leven zal onlosmakelijk verbonden blijven met dit schilderij.


Na de aanslag staat Theo er helemaal alleen voor. Zijn vader verdween lang geleden uit beeld, en Theo lijkt voorbestemd voor het weeshuis. Gelukkig kan hij op de valreep bij een schoolkameraad, Andy, thuis logeren. Andy’s familie worstelt echter ook met haar eigen demonen. Iets later ontmoet Theo een oude meubelmaker wiens zakenpartner eveneens is omgekomen in dezelfde bomaanslag, en diens nichtje, die net als Theo de explosie overleefde. Op het moment dat Theo’s leven eindelijk terug in de plooi lijkt te vallen, daagt ineens zijn verloren gewaande vader op met een vriendin. Beiden ontvoeren hem naar Vegas en een nieuw avontuur, want ook de vader blijkt zijn eigen agenda te hebben. De enige vriend die hij er maakt, Boris, brengt hem in contact met drank en drugs. Tot als klap op de vuurpijl zijn vader overlijdt, en Theo alleen terug moet naar New York. Hier komt hij opnieuw in contact met de meubelmaker en zijn eigen verleden, waarin het schilderij een sleutelrol speelt.

Donna Tartt bezit een encyclopedische kennis van schilderkunst en weet deze passie in beeldrijke taal over te dragen op de lezer. Ze schetst op volstrekt geloofwaardige wijze de verwoestende impact die het toeval kan hebben op een mensenleven en de keuzes die het hoofdpersonage maakt. Hoewel het boek enkele behoorlijk zware existentiële thema’s aankaart, blijf je als lezer door Tartts vlotte pen en slimme spanningsbogen toch voortdurend op het puntje van je stoel zitten. De personages zijn van vlees en bloed, het plot is goed doordacht, en gelardeerd met diepzinnige beschouwingen over liefde, identiteit en kunst. Misschien is enkel het einde een tikkeltje ongeloofwaardig, maar een kniesoor die daarover zeurt.


Kortom, het puttertje in boekvorm is eveneens een psychologisch meesterwerk over de kracht van het toeval, de trauma’s die gepaard gaan met verlies, en vooral de tijd als een slinger van Foucault, die de lezer meevoert op een exploratie van verleden, verloren herinneringen en onvervuld verlangen.

zaterdag 9 juni 2012

Hitler is dood


Hitler is dood

De regisseur Stijn Devillé verkent in dit beklijvend muziektheater de grenzen van menselijkheid en menselijke verantwoordelijkheid. Protagonisten in dit Griekse drama overgoten met een sausje van “Kraftwerk”-muziek (“The Robot”!) waren de beklaagden in het proces van Nürenberg. In het eerste deel mochten ze zichzelf voorstellen in een korte monoloog. In het tweede deel volgde de katharsis in de vorm van de berechting door de geallieerde overwinnaar. Hoewel: ook deze bleek uiteindelijk zijn eigen agenda  te hebben waarvoor hij bereid was zijn eigen ethische grenzen te overschrijden. Denken we maar aan de journaliste die haar geheime partner en meteen ook het proces in diskrediet brengt voor veelbelovend interview, of de aanklager die zich laat intimideren door een van de beschuldigden.

Persoonlijk heb ik vooral genoten van de details: de rugnummers, die de rangorde van de beklaagden weergaven. De wapenobussen, ongetwijfeld relieken van FN Herstal, waarop men een repertoire ten gehore bracht dat verdacht veel teruggreep naar vroege elektronicamuziek uit de jaren ’80: muziek die als geen ander geschikt is om de ontmenselijking op het proces weer te geven. Of het beklemmende “Das Boot”-achtige sfeertje dat o.m. gecreëerd werd door de geluiden van vallende waterdruppels, om het grote oorlogsdrama over WOII uit datzelfde decennium meteen ook maar te citeren.

De regisseur roept veel vragen op: over goed en kwaad en hoe beiden in de realiteit door elkaar lopen. Of in hoeverre de overwinnaars de geschiedenis herschrijven. Soms wilde je het als publiek eens zijn met een Goering als hij de vergelijking doortrekt tussen het nazisme en het katholicisme: een rol die dan ook met glans werd neergezet door rasacteur Tom Van Bauwel. Alleen kan je het als weldenkende burger niet maken om er dezelfde mening op na te houden als de slechterik, wat menigmaal resulteerde in wat zenuwachtig geschuifel in de zaal naast mij. Het acteerwerk was van een hoog niveau, al werkten de dubbelrollen van Warre Borgmans en Dirk Buyse soms wel verwarring in de hand naar mijn persoonlijke mening.  Al met al is het een moedig stuk, dat niet in de val trapt van de overromantisering van de figuren, maar de karakters en het plot vrij integer, in semi-documentairestijl, neerzet. 


vrijdag 27 april 2012


Bruno Vanden Broecke en Nico Sturm - Low-la!

Ietwat onvoorbereid wegens de gemiste intro werd ik in dit kafkaiaans maatschappijdrama gesmeten. Brecht, vertolkt door Bruno Vanden Broecke start gezapig met een uiteenzetting over Griekse sofismes en intellectualistische filosofie die nog leek te stammen uit het verlichtingsdenken van begin van de 20ste eeuw. Op het ogenblik dat de toehoorder ongeveer in slaap gewiegd is, volgt er een bruuske wake-up call door een blauwe duivelfiguur, Luk. De blauwe verf en inspiratie had hij opgedaan op een fantasybeurs in Keulen, zo bleek uit een komisch relaas met als hoogtepunt de “ontmoeting” met Leonard Nimoy, ook één van mijn jeugdidolen trouwens. Tot hier was de voorstelling vrij makkelijk te volgen.

Vervolgens maakt de logische vertelstructuur plaats voor een losser, associatief verband tussen verschillende scènes en personages. De flashbacks die het verleden van de protagonisten uit de doeken deden en waarbij Nico Sturm enkel geholpen door lichaamstaal overschakelde tussen de verschillende personages (Sofietje, de psychiater…) waren niet altijd even begrijpelijk voor de toehoorders. Het stijlregister varieerde voortdurend, van slapstick in het begin tot bittere ernst op het einde, met de dozen die het gestorven dochtertje, Low-La of Lola, voor een moment terug tot leven brachten. Dit voelde aan als een kaakslag in het gezicht van de toehoorder, wat waarschijnlijk precies de bedoeling was.

Tussen de regels zat er duidelijk een stuk maatschappijkritiek op de 21ste eeuw waar de hoge druk en verwachtingen zwaar wegen, vooral voor mensen die de nodige bagage uit hun verleden meedragen. Vandaar de bloei van fantasy, vampierdiarree en andere vormen van escapisme.

zaterdag 14 januari 2012

‎26 januari om 20 u: Avondvoorstelling Gedichtendag ‘Over vloed’


Wie vorig jaar Gedichtendag meemaakte, weet dat de
afdeling Literaire Creatie van wonderlijke reizen houdt.
Dit jaar brengen de leraars van de Stedelijke Academie voor
Muziek, Woord en Dans een concert in de hall van de bib,
waarbij het nieuwe klavecimbel centraal staat. De cursisten
van de afdeling Literaire Creatie zullen tussen de muzikale
nummers opduiken met hun eigen teksten, geïnspireerd
door het thema stroom.

Stedelijke bibliotheek Dendermonde, Kerkstraat 111
Toegang: 5 EUR/ 2 EUR voor leerlingen SAMWD of houders
Vrijetijdspas
Info en reservatie: samwd@dendermonde.be

woensdag 28 december 2011

Circuit X: over de existentiële eenzaamheid van de tweede moslimgeneratie

In de ‘vader, de zoon en het heilige feest’ vertelt de Nederlander Sadettin Kirmiziyüz het verhaal van zijn reis naar Mekka met zijn vader. In het eerste deel gebeurt dat vanuit zijn eigen perspectief. In het tweede deel krijgen we een komische terugblik op zijn geboorte & jeugdjaren, die hij grotendeels bij zijn grootmoeder doorbracht. Het laatste deel verlaat de badinerende toon van de eerste twee luiken en vertelt de reis vanuit het standpunt van zijn vader. Het einde vind ik persoonlijk nogal abrupt en cliché, met de anekdote van de vader die zijn zoon letterlijk en figuurlijk terug “ziet” staan.

Het decor is sober maar doeltreffend. De bekertjes rond de houten krat als herschepping van de heilige Kubus (of Cava?) in Mekka vormen een leuke parodie op het massatoerisme dat een authentieke religieuze beleving in Mekka haast onmogelijk maakt. Ook de ventilatoren die een steeds wisselende rol spelen, van vliegtuigpropeller tot scherm voor de projectie van de Mekka-film, zijn een leuke vondst.

Dankzij Kirmiziyüz ‘ uiterst expressieve acteerstijl, vooral in het tweede bedrijf, en feilloze gevoel voor kleine, sappige anekdotes zit de toeschouwer voortdurend op het puntje van zijn stoel. Het eerste en tweede deel ontwapenen zelfs de grootste cynici. Daardoor raakt het sociale aanklacht uit het derde luik des te meer. Het vestigt de aandacht op een vergeten generatie, de tweede moslimgeneratie, die in de huidige maatschappij tussen het kastje en de muur valt. Of, in het geval van Nederland, tussen enerzijds het intolerante establishment, verpersoonlijkt door Geert Wilders, en anderzijds de oudere moslimgeneratie, die de Nederlandse cultuur niet altijd begrijpt. Het derde luik was in elk geval een verdienstelijke poging om het perspectief van die oudere generatie moslims te verwoorden. Jammer genoeg was dit laatste deel voor mij door zijn vele identieke namen en moslimtermen soms ook moeilijk te volgen. In elk geval is me gisteravond pijnlijk duidelijk geworden, hoe weinig ikzelf af weet van de moslimgodsdienst en -cultuur.

Het stuk krijgt van mij alleszins een dikke pluim om de manier waarop het een politiek uiterst gevoelig onderwerp bespreekbaar maakt en ons tegelijk op een speelse manier een inkijk geeft binnen de zwarte doos, die de moslimcultuur voor de meesten van ons vormt. Want is angst niet vaak een vorm van onwetendheid?