woensdag 28 december 2011

Circuit X: over de existentiële eenzaamheid van de tweede moslimgeneratie

In de ‘vader, de zoon en het heilige feest’ vertelt de Nederlander Sadettin Kirmiziyüz het verhaal van zijn reis naar Mekka met zijn vader. In het eerste deel gebeurt dat vanuit zijn eigen perspectief. In het tweede deel krijgen we een komische terugblik op zijn geboorte & jeugdjaren, die hij grotendeels bij zijn grootmoeder doorbracht. Het laatste deel verlaat de badinerende toon van de eerste twee luiken en vertelt de reis vanuit het standpunt van zijn vader. Het einde vind ik persoonlijk nogal abrupt en cliché, met de anekdote van de vader die zijn zoon letterlijk en figuurlijk terug “ziet” staan.

Het decor is sober maar doeltreffend. De bekertjes rond de houten krat als herschepping van de heilige Kubus (of Cava?) in Mekka vormen een leuke parodie op het massatoerisme dat een authentieke religieuze beleving in Mekka haast onmogelijk maakt. Ook de ventilatoren die een steeds wisselende rol spelen, van vliegtuigpropeller tot scherm voor de projectie van de Mekka-film, zijn een leuke vondst.

Dankzij Kirmiziyüz ‘ uiterst expressieve acteerstijl, vooral in het tweede bedrijf, en feilloze gevoel voor kleine, sappige anekdotes zit de toeschouwer voortdurend op het puntje van zijn stoel. Het eerste en tweede deel ontwapenen zelfs de grootste cynici. Daardoor raakt het sociale aanklacht uit het derde luik des te meer. Het vestigt de aandacht op een vergeten generatie, de tweede moslimgeneratie, die in de huidige maatschappij tussen het kastje en de muur valt. Of, in het geval van Nederland, tussen enerzijds het intolerante establishment, verpersoonlijkt door Geert Wilders, en anderzijds de oudere moslimgeneratie, die de Nederlandse cultuur niet altijd begrijpt. Het derde luik was in elk geval een verdienstelijke poging om het perspectief van die oudere generatie moslims te verwoorden. Jammer genoeg was dit laatste deel voor mij door zijn vele identieke namen en moslimtermen soms ook moeilijk te volgen. In elk geval is me gisteravond pijnlijk duidelijk geworden, hoe weinig ikzelf af weet van de moslimgodsdienst en -cultuur.

Het stuk krijgt van mij alleszins een dikke pluim om de manier waarop het een politiek uiterst gevoelig onderwerp bespreekbaar maakt en ons tegelijk op een speelse manier een inkijk geeft binnen de zwarte doos, die de moslimcultuur voor de meesten van ons vormt. Want is angst niet vaak een vorm van onwetendheid?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten