zaterdag 26 juli 2014

boekbespreking van het puttertje van Donna Tartt: psychologie & suspense

De Nederlandse schilder Carel Fabritius schilderde het puttertje, een portret van een vastgeketende distelvink, in 1654. Hoofdpersonage Theo Deckers ontdekt het doek samen met zijn moeder in het Metropolitan museum in New York. Vlak daarop volgt een dodelijke bomaanslag waarin zij sterft. De rest van Theo’s leven zal onlosmakelijk verbonden blijven met dit schilderij.


Na de aanslag staat Theo er helemaal alleen voor. Zijn vader verdween lang geleden uit beeld, en Theo lijkt voorbestemd voor het weeshuis. Gelukkig kan hij op de valreep bij een schoolkameraad, Andy, thuis logeren. Andy’s familie worstelt echter ook met haar eigen demonen. Iets later ontmoet Theo een oude meubelmaker wiens zakenpartner eveneens is omgekomen in dezelfde bomaanslag, en diens nichtje, die net als Theo de explosie overleefde. Op het moment dat Theo’s leven eindelijk terug in de plooi lijkt te vallen, daagt ineens zijn verloren gewaande vader op met een vriendin. Beiden ontvoeren hem naar Vegas en een nieuw avontuur, want ook de vader blijkt zijn eigen agenda te hebben. De enige vriend die hij er maakt, Boris, brengt hem in contact met drank en drugs. Tot als klap op de vuurpijl zijn vader overlijdt, en Theo alleen terug moet naar New York. Hier komt hij opnieuw in contact met de meubelmaker en zijn eigen verleden, waarin het schilderij een sleutelrol speelt.

Donna Tartt bezit een encyclopedische kennis van schilderkunst en weet deze passie in beeldrijke taal over te dragen op de lezer. Ze schetst op volstrekt geloofwaardige wijze de verwoestende impact die het toeval kan hebben op een mensenleven en de keuzes die het hoofdpersonage maakt. Hoewel het boek enkele behoorlijk zware existentiële thema’s aankaart, blijf je als lezer door Tartts vlotte pen en slimme spanningsbogen toch voortdurend op het puntje van je stoel zitten. De personages zijn van vlees en bloed, het plot is goed doordacht, en gelardeerd met diepzinnige beschouwingen over liefde, identiteit en kunst. Misschien is enkel het einde een tikkeltje ongeloofwaardig, maar een kniesoor die daarover zeurt.


Kortom, het puttertje in boekvorm is eveneens een psychologisch meesterwerk over de kracht van het toeval, de trauma’s die gepaard gaan met verlies, en vooral de tijd als een slinger van Foucault, die de lezer meevoert op een exploratie van verleden, verloren herinneringen en onvervuld verlangen.